ECLI:NL:HR:2012:BW0404
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- A.H.T. Heisterkamp
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
BOPZ-zaak betreffende verzoek om ontslag uit psychiatrisch ziekenhuis en overschrijding van beslistermijn
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een verzoek tot cassatie van een betrokkene die verblijft in het psychiatrisch ziekenhuis Pro Persona, locatie De Riethorst te Ede. De betrokkene, geboren in 1977, lijdt aan chronische schizofrenie en was op basis van een machtiging tot voortgezet verblijf van de rechtbank Arnhem opgenomen in het ziekenhuis. Op 23 maart 2011 verleende de geneesheer-directeur voorwaardelijk ontslag, maar dit werd op 1 april 2011 ingetrokken, waarna de betrokkene opnieuw werd opgenomen. De betrokkene verzocht de officier van justitie om een beslissing van de rechtbank over de intrekking van het voorwaardelijk ontslag, wat leidde tot een beschikking van de rechtbank Arnhem op 4 mei 2011 die het besluit tot intrekking vernietigde.
De rechtbank oordeelde dat de intrekking van het voorwaardelijk ontslag gehandhaafd moest blijven, omdat de betrokkene niet kon terugkeren naar zijn vorige woonplaats en er een risico bestond op psychotische episodes. De betrokkene ging in cassatie tegen deze beschikking, waarbij hij aanvoerde dat de rechtbank de wettelijke beslistermijn van drie weken had overschreden. De Hoge Raad oordeelde echter dat de wet deze termijnoverschrijding niet uitdrukkelijk met nietigheid bedreigde en dat er geen sprake was van schending van een essentieel procedurevoorschrift dat nietigheid met zich meebracht.
De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt dat de betrokkene op dat moment rechtmatig in het ziekenhuis verbleef op basis van de nog lopende machtiging tot voortgezet verblijf. De beslissing van de Hoge Raad werd openbaar uitgesproken op 30 maart 2012 door de raadsheer J.C. van Oven, na behandeling door de raadsheren F.B. Bakels, W.D.H. Asser en A.H.T. Heisterkamp.