ECLI:NL:HR:2012:BW2249
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- A.H.T. Heisterkamp
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over partneralimentatie en de vaststelling van behoefte en draagkracht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 mei 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een echtscheiding en de daarbij behorende partneralimentatie. De man, verzoeker tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die op 17 mei 2011 was gegeven. De vrouw, verweerder in cassatie, had verzocht het beroep te verwerpen. De advocaat-generaal L.A.D. Keus had in zijn conclusie tot verwerping van het beroep geadviseerd. De man had hierop gereageerd met een brief op 20 april 2012.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die door de man in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig was, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de beschikking van het hof heeft bevestigd en het beroep van de man heeft verworpen.
De uitspraak is gedaan door de raadsheren F.B. Bakels als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven. Deze uitspraak heeft implicaties voor de beoordeling van partneralimentatie, met name in de context van de vaststelling van behoefte en draagkracht van de betrokken partijen.