ECLI:NL:HR:2012:BW5617
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Onteigening en waardebepaling van onteigende gronden in het kader van de aanleg van infrastructuur
In deze zaak gaat het om de onteigening van gronden ten behoeve van de aanleg van een rotonde en een provinciale weg in de gemeenten Binnenmaas en Oud-Beijerland. De onteigende gronden, met een oppervlakte van 00.61.90 ha, hadden op het moment van onteigening de bestemmingen 'verkeersdoeleinden' en 'natuur', en werden gebruikt voor agrarische doeleinden. De Hoge Raad vernietigt het vonnis van de rechtbank Dordrecht van 2 maart 2011, waarin de waarde van de onteigende gronden op € 6,-- per m² was vastgesteld, en verwijst de zaak terug naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
De rechtbank had in haar vonnis geoordeeld dat de huidige bestemming van de gronden niet mocht worden genegeerd bij de waardebepaling. Dit oordeel werd door de Hoge Raad als onjuist beoordeeld. De Hoge Raad stelt dat als de bestemming van de onteigende gronden is bepaald door een bestaand plan voor de aanleg van een werk, de invloed van die bestemming buiten beschouwing moet blijven bij de waardebepaling. Dit betekent dat de rechtbank had moeten onderzoeken of het bestemmingsplan 'Omleiding N217 Stougjesdijk' als een dergelijk plan kan worden aangemerkt.
De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank niet voldoende heeft onderzocht of de invloed van de bestemming 'verkeersdoeleinden' bij de waardebepaling van de onteigende gronden moet worden geëlimineerd. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de eerdere waardering van de onteigende gronden niet correct was. De Provincie Zuid-Holland, als verweerder in cassatie, wordt veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Bouwfonds zijn begroot op € 867,49 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.