ECLI:NL:HR:2012:BW7078
Hoge Raad
- Cassatie
- M.W.C. Feteris
- R.J. Koopman
- Th. Groeneveld
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake domicilie keuze en termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 juni 2012 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie van een belanghebbende, X, woonachtig in Marokko. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 19 augustus 2011, waarin een besluit op basis van de Algemene Kinderbijslagwet werd behandeld. De Hoge Raad constateerde dat het beroepschrift in cassatie niet tijdig was ingediend, aangezien het pas op 11 oktober 2011 was ontvangen, terwijl de termijn van zes weken, zoals voorgeschreven in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, op 30 september 2011 was verstreken.
De griffier van de Hoge Raad had de belanghebbende eerder gewezen op de verplichting om een woonplaats in Nederland te kiezen, zoals vastgelegd in artikel 57 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Ondanks herhaalde aanmaningen om te reageren op de overschrijding van de beroepstermijn, heeft de belanghebbende geen gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid. De Hoge Raad oordeelde dat het uitblijven van een reactie van de belanghebbende, in combinatie met de termijnoverschrijding, leidde tot de conclusie dat er geen grond was om te oordelen dat hij niet in verzuim was.
Daarom werd het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Deze uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van beroepschriften en de gevolgen van het niet kiezen van een domicilie in Nederland voor de communicatie met de Hoge Raad.