ECLI:NL:HR:2012:BW8042
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- J. Wortel
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak verdachte gedetineerd in Penitentiair Psychiatrisch Centrum
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 26 april 2011 werd gewezen in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1984 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum 'Haaglanden' te 's-Gravenhage. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. M.L.M. van der Voet, advocaat te Amsterdam. De advocaat heeft middelen van cassatie voorgesteld, die zijn gehecht aan het arrest. De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad in zijn arrest heeft bevestigd.
De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de zaak niet verder in behandeling neemt en het beroep verwerpt.
Het arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en J. Wortel. De uitspraak vond plaats op 12 juni 2012, en de waarnemend griffier A.C. ten Klooster was aanwezig bij de uitspraak.