ECLI:NL:HR:2012:BW8296

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/02505
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Merkenrechtelijke inbreukactie en proceskostenveroordeling in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 oktober 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de vennootschap naar Amerikaans recht, Kwik Lok Corporation, tegen een eerdere uitspraak van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een inbreukactie op een woordmerk, waarbij de Hoge Raad zich heeft gebogen over de vraag of er sprake was van inbreuk op het merk van Kwik Lok en of het merk voldoende onderscheidend vermogen had. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die in de feitelijke instanties zijn gewezen, waaronder een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage en twee arresten van het gerechtshof.

De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper gevolgd, die had geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die door Kwik Lok in het cassatiemiddel waren aangevoerd, niet konden leiden tot cassatie. Dit was volgens de Hoge Raad niet nodig, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Daarnaast heeft de Hoge Raad ook een beslissing genomen over de proceskosten. De verweerster had aanspraak gemaakt op een proceskostenvergoeding op basis van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, en het door haar opgevoerde bedrag van € 5.030,85 voor salaris werd toegewezen. De Hoge Raad heeft Kwik Lok veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op € 781,34 aan verschotten en € 5.030,85 voor salaris. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door vice-president F.B. Bakels.

Uitspraak

5 oktober 2012
Eerste Kamer
11/02505
DV/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
de vennootschap naar Amerikaans recht KWIK LOK CORPORATION,
gevestigd te Yakima, Verenigde Staten van Amerika,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. A.M. van Aerde,
t e g e n
[Verweerster],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. W.E. Pors.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Kwik Lok en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 271158/HA ZA 06-2721 van de rechtbank 's-Gravenhage van 7 november 2007;
b. de arresten in de zaak 105.007.842/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 30 maart 2010 en 25 januari 2011.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de arresten van het hof heeft Kwik Lok beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Kwik Lok heeft bij brief van 22 juni 2012 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
[Verweerster] heeft aanspraak gemaakt op een proceskostenvergoeding op de voet van art. 1019h Rv, ter zake waarvan zij bij haar schriftelijke toelichting een bedrag van € 5.030,85 voor salaris heeft opgevoerd.
Kwik Lok heeft afgezien van repliek en dat bedrag derhalve niet weersproken, zodat het zal worden toegewezen.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Kwik Lok in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 781,34 aan verschotten en € 5.030,85 voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann, en de raadsheren G. Snijders en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president F.B. Bakels op 5 oktober 2012.