ECLI:NL:HR:2012:BW8296
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Merkenrechtelijke inbreukactie en proceskostenveroordeling in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 oktober 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de vennootschap naar Amerikaans recht, Kwik Lok Corporation, tegen een eerdere uitspraak van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een inbreukactie op een woordmerk, waarbij de Hoge Raad zich heeft gebogen over de vraag of er sprake was van inbreuk op het merk van Kwik Lok en of het merk voldoende onderscheidend vermogen had. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die in de feitelijke instanties zijn gewezen, waaronder een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage en twee arresten van het gerechtshof.
De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper gevolgd, die had geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die door Kwik Lok in het cassatiemiddel waren aangevoerd, niet konden leiden tot cassatie. Dit was volgens de Hoge Raad niet nodig, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Daarnaast heeft de Hoge Raad ook een beslissing genomen over de proceskosten. De verweerster had aanspraak gemaakt op een proceskostenvergoeding op basis van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, en het door haar opgevoerde bedrag van € 5.030,85 voor salaris werd toegewezen. De Hoge Raad heeft Kwik Lok veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op € 781,34 aan verschotten en € 5.030,85 voor salaris. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door vice-president F.B. Bakels.