ECLI:NL:HR:2012:BX7592

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/00410
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Werkgeversaansprakelijkheid en zorgplicht werkgever in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 oktober 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende werkgeversaansprakelijkheid en de omvang van de zorgplicht van de werkgever. De eiseres, wonende te [woonplaats], heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, dat op 4 oktober 2011 was gewezen. De zaak betreft een geschil tussen de eiseres en de stichting Stichting Katholiek Onderwijs in Drechterland-Venhuizen (SKO), die als verweerder in cassatie optreedt. De eiseres werd vertegenwoordigd door haar advocaat mr. K.G.W. van Oven, terwijl SKO werd bijgestaan door de advocaten mr. R.P.J.L. Tjittes en mr. L.B. de Graaf.

De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere vonnissen van de kantonrechter te Hoorn en het arrest van het gerechtshof. De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep, en de advocaat van de eiseres heeft hierop gereageerd. De Hoge Raad heeft het beroep van de eiseres verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het middel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.

Uitspraak

19 oktober 2012
Eerste Kamer
12/00410
EE/EP
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. K.G.W. van Oven,
t e g e n
De stichting STICHTING KATHOLIEK ONDERWIJS IN DRECHTERLAND-VENHUIZEN,
gevestigd te Hoogkarspel, gemeente Drechterland,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaten: mr. R.P.J.L. Tjittes en mr. L.B. de Graaf.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en SKO.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 285613\CV EXPL 08-5034 van de kantonrechter te Hoorn van 9 maart 2009 en 29 maart 2010;
b. het arrest in de zaak 200.070.847/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 4 oktober 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
SKO heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiseres] heeft bij brief van 21 september 2012 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van SKO begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 19 oktober 2012.