ECLI:NL:HR:2012:BX9533
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 30 september 2010 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1984, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. A.J.M. Bommer. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad, zitting houdende op 13 november 2012, heeft het beroep in cassatie beoordeeld.
De Hoge Raad oordeelt dat het middel niet tot cassatie kan leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, omdat het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook ambtshalve de bestreden uitspraak beoordeeld.
Het is vastgesteld dat er meer dan twee jaar zijn verstreken sinds het instellen van het cassatieberoep, wat betekent dat de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is overschreden. Ondanks deze overschrijding, en de opgelegde taakstraf van twee uren, subsidiair een dag hechtenis, heeft de Hoge Raad besloten dat er geen rechtsgevolgen aan deze overschrijding verbonden hoeven te worden. De Hoge Raad verwerpt uiteindelijk het beroep.