ECLI:NL:HR:2012:BY0097
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 24 februari 2011, met nummer 23/002576-09. De verdachte, geboren in 1950, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. S.L. Sarin, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. De schriftuur met deze middelen is aan het arrest gehecht en maakt daar deel van uit. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft op 13 november 2012 uitspraak gedaan in deze zaak. De beoordeling van de middelen heeft plaatsgevonden, waarbij is vastgesteld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en N. Jörg, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.