ECLI:NL:HR:2012:BY5726
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Herziening van een veroordeling wegens moord na cassatie en beoordeling van nieuwe gegevens
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 december 2012 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder vonnis. De aanvrager was eerder door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaar voor moord. Deze veroordeling was het resultaat van een hoger beroep, waarbij een eerdere uitspraak van de Rechtbank Breda werd vernietigd. De Hoge Raad had eerder, op 12 januari 2010, de gevangenisstraf verminderd tot negentien jaren en zes maanden vanwege een overschrijding van de redelijke termijn, maar het beroep was voor het overige verworpen.
De aanvraag tot herziening werd ingediend op basis van nieuwe gegevens die volgens de aanvrager niet bekend waren tijdens de eerdere rechtszittingen. De Hoge Raad oordeelde dat de grondslag voor herziening, zoals vastgelegd in artikel 457 van het Wetboek van Strafvordering, niet werd vervuld. De nieuwe gegevens wekten geen ernstig vermoeden dat, indien deze eerder bekend waren geweest, het onderzoek tot een andere uitkomst zou hebben geleid, zoals een vrijspraak of een minder zware straf.
Na beoordeling van de aanvraag concludeerde de Hoge Raad dat de rechter die de veroordeling had uitgesproken, wel degelijk bekend was met de in de aanvraag vermelde gegevens. Daarom werd de aanvraag tot herziening als kennelijk ongegrond afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van de bekendheid van gegevens tijdens het proces en de strikte voorwaarden waaronder herziening mogelijk is.