ECLI:NL:HR:2012:BY5726

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/03044 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • J.P. Balkema
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een veroordeling wegens moord na cassatie en beoordeling van nieuwe gegevens

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 december 2012 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder vonnis. De aanvrager was eerder door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaar voor moord. Deze veroordeling was het resultaat van een hoger beroep, waarbij een eerdere uitspraak van de Rechtbank Breda werd vernietigd. De Hoge Raad had eerder, op 12 januari 2010, de gevangenisstraf verminderd tot negentien jaren en zes maanden vanwege een overschrijding van de redelijke termijn, maar het beroep was voor het overige verworpen.

De aanvraag tot herziening werd ingediend op basis van nieuwe gegevens die volgens de aanvrager niet bekend waren tijdens de eerdere rechtszittingen. De Hoge Raad oordeelde dat de grondslag voor herziening, zoals vastgelegd in artikel 457 van het Wetboek van Strafvordering, niet werd vervuld. De nieuwe gegevens wekten geen ernstig vermoeden dat, indien deze eerder bekend waren geweest, het onderzoek tot een andere uitkomst zou hebben geleid, zoals een vrijspraak of een minder zware straf.

Na beoordeling van de aanvraag concludeerde de Hoge Raad dat de rechter die de veroordeling had uitgesproken, wel degelijk bekend was met de in de aanvraag vermelde gegevens. Daarom werd de aanvraag tot herziening als kennelijk ongegrond afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van de bekendheid van gegevens tijdens het proces en de strikte voorwaarden waaronder herziening mogelijk is.

Uitspraak

11 december 2012
Strafkamer
nr. S 12/03044 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 21 maart 2008, nummer 20/002022-06, ingediend door:
[Aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970.
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
1.1. Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank Breda van 11 mei 2006 - de aanvrager ter zake van "moord" veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaren.
1.2. Tegen deze uitspraak van het Hof is beroep in cassatie ingesteld. Bij arrest van 12 januari 2010 (LJN BK4179) heeft de Hoge Raad in verband met een overschrijding van de redelijke termijn de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De Hoge Raad heeft de gevangenisstraf verminderd in die zin dat deze negentien jaren en zes maanden beloopt. Het beroep is voor het overige verworpen.
2. De aanvraag tot herziening
De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. Beoordeling van de aanvraag
3.1. Als grondslag voor een herziening kan, voor zover hier van belang, krachtens het eerste lid aanhef en onder c van art. 457 Sv slechts dienen een door bescheiden gestaafd gegeven dat bij het onderzoek op de terechtzitting aan de rechter niet bekend was en dat het ernstige vermoeden wekt dat indien dit gegeven bekend zou zijn geweest, het onderzoek van de zaak zou hebben geleid hetzij tot een vrijspraak van de gewezen verdachte, hetzij tot een ontslag van alle rechtsvervolging, hetzij tot de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, hetzij tot de toepassing van een minder zware strafbepaling.
3.2. Van de in de aanvraag vermelde gegevens kan niet worden gezegd dat de rechter die de veroordeling heeft uitgesproken, daarmee niet bekend was.
3.3. Uit hetgeen hiervoor is overwogen vloeit voort dat de aanvraag kennelijk ongegrond is, zodat als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad wijst de aanvraag tot herziening af.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 11 december 2012.
Mr. Balkema en mr. Ilsink zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.