Uitspraak
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Amsterdamvan 7 februari 2013, nr. 12/00418, betreffende na te melden ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 november 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de toepassing van de 30%-regeling voor een tandarts met de Duitse nationaliteit. De belanghebbende, die in mei 2011 in dienst trad bij een tandartspraktijk in Nederland, had verzocht om toepassing van de 30%-regeling, welke regeling belastingvoordelen biedt aan werknemers met specifieke deskundigheid die schaars is op de Nederlandse arbeidsmarkt. De Inspecteur weigerde dit verzoek, met als argument dat de tandarts niet voldeed aan de vereisten van de regeling, omdat er geen schaarste aan tandartsen zou zijn.
De Rechtbank te Haarlem had de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en het verzoek om toepassing van de regeling ingewilligd. Echter, het Gerechtshof Amsterdam vernietigde deze uitspraak en verklaarde het beroep ongegrond. De belanghebbende ging in cassatie tegen deze uitspraak. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geconcludeerd dat er geen schaarste aan tandartsen was. De Hoge Raad baseerde zich op een rapport van het Capaciteitsorgaan, waaruit bleek dat er een tekort aan tandartsen was, zij het regionaal. De Hoge Raad oordeelde dat de specifieke deskundigheid van de tandarts op de peildatum wel degelijk schaars was, en dat de Inspecteur de toepassing van de 30%-regeling ten onrechte had geweigerd.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en bevestigde de uitspraak van de Rechtbank. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende. Dit arrest benadrukt het belang van de beoordeling van schaarste op de arbeidsmarkt in relatie tot de toepassing van belastingregelingen voor specifieke deskundigheden.