Uitspraak
gevestigd te Amsterdam,
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
alle gevestigd te Amsterdam,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
8 november 2013.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 november 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de Vereniging van Gepensioneerden van de Delta Lloyd Groep en enkele individuele eisers tegen Delta Lloyd N.V. en aanverwante vennootschappen. De zaak betreft de vraag of er een onvoorwaardelijk recht op indexatie van pensioenaanspraken bestaat, en of de pensioenreglementen de mogelijkheid tot eenzijdige wijziging door de werkgever toelaten. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de kantonrechter te Amsterdam en een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, waaruit blijkt dat de eisers in eerdere instanties niet in het gelijk zijn gesteld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de eisers niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en veroordeelt de eisers in de kosten van het geding, die zijn begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak bevestigt de eerdere beslissingen van de lagere rechters en biedt duidelijkheid over de interpretatie van de pensioenreglementen in deze context.