ECLI:NL:HR:2013:1448

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 november 2013
Publicatiedatum
28 november 2013
Zaaknummer
13/00958
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake besluiten gemeente Amsterdam Wet werk en bijstand

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 november 2013 uitspraak gedaan in een cassatieberoep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. De zaak betreft besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, genomen op basis van de Wet werk en bijstand. De Centrale Raad had op 15 januari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij belanghebbende in het ongelijk was gesteld. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld en een aantal middelen voorgesteld. Het College heeft hierop een verweerschrift ingediend.

De Hoge Raad heeft de middelen van belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de voorgestelde middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de eerdere uitspraak van de Centrale Raad bevestigt.

Daarnaast heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad houdt in dat het beroep in cassatie ongegrond wordt verklaard, waarmee de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep in stand blijft. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, samen met de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

29 november 2013
Nr. 13/00958
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Centrale Raad van Beroepvan 15 januari 2013, nrs. 11/3410 WWB tot en met 11/3413 WWB, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Amsterdam (nrs. 10/5026, 10/5074, 10/5288 en 10/5076) betreffende besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam (hierna: het College) ingevolge de Wet werk en bijstand.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
Het College heeft een verweerschrift ingediend.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2013.