ECLI:NL:HR:2013:975

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 oktober 2013
Publicatiedatum
17 oktober 2013
Zaaknummer
12/04722
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over tussentijdse beëindiging van een managementovereenkomst en de vereisten voor ingebrekestelling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 oktober 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen C.T.S. HOLDING B.V. en een verweerster die onder de naam [A] handelt. De zaak betreft een managementovereenkomst die tussentijds is beëindigd. C.T.S. HOLDING B.V. heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het eindarrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 29 mei 2012 is gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten in de feitelijke instanties, waaronder vonnissen van de rechtbank 's-Gravenhage en tussenarresten van het gerechtshof.

De Hoge Raad heeft de klachten die door C.T.S. HOLDING B.V. zijn aangevoerd in het cassatiemiddel niet gegrond verklaard. De Advocaat-Generaal L. Timmerman had eerder geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarbij hij zich baseerde op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, en dat daarom geen nadere motivering vereist is.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en C.T.S. HOLDING B.V. veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak bevestigt de eerdere beslissingen van de lagere rechters en onderstreept de noodzaak van een ingebrekestelling in het geval van een tekortkoming die vatbaar is voor herstel.

Uitspraak

18 oktober 2013
Eerste Kamer
nr. 12/04722
EE/GB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
C.T.S. HOLDING B.V.,
gevestigd te ’s-Gravenhage,
EISERES tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. M.E. Bruning, thans mr. J.H.M. van Swaaij,
t e g e n
[verweerster], handelend onder de naam [A],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. G.R. den Dekker.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als CTS en [verweerster].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 350551/HA ZA 09-3591 van de rechtbank ’s-Gravenhage van 23 december 2009 en 17 november 2010;
b. de arresten in de zaak 200.082.804/01 van het gerechtshof te ’s-Gravenhage van 26 april 2011 (tussenarrest) en 29 mei 2012 (eindarrest).
Het eindarrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het eindarrest van het hof heeft CTS beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor [verweerster] mede door mr. M.P.A.J. Dings, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 RO.
De advocaat van CTS heeft bij brief van 20 september 2013 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt CTS in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.A. Streefkerk als voorzitter, C.E. Drion en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op
18 oktober 2013.