ECLI:NL:HR:2013:BY8329

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/02714
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 8 april 2011 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1960, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. Y. Moszkowicz, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal, Hofstee, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad der Nederlanden heeft op 22 januari 2013 het beroep in cassatie behandeld.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) behoeft dit geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, samen met de raadsheren W.F. Groos en N. Jörg, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

22 januari 2013
Strafkamer
nr. S 11/02714
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 8 april 2011, nummer 21/003173-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. Y. Moszkowicz, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, en de raadsheren W.F. Groos en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 22 januari 2013.