ECLI:NL:HR:2013:BZ0291

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 april 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/03008
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over betwisting en inroeping van staat in familierechtelijke context

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 april 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een eerdere beschikking van het gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft een geschil tussen [verzoeker] en [verweerder], waarbij [verzoeker] in cassatie ging tegen de beschikking van het hof, die op 15 maart 2012 was gegeven. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere beschikkingen van de rechtbank Zwolle - Lelystad, die dateren van 7 oktober 2009, 22 juni 2010 en 17 juni 2011, alsook naar de beschikking van het hof. De advocaat-generaal F.F. Langemeijer heeft in zijn conclusie tot verwerping van het beroep geadviseerd, wat door de Hoge Raad is overgenomen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een kostenveroordeling op te leggen. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth, en de uitspraak is gedaan door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion.

Uitspraak

12 april 2013
Eerste Kamer
12/03008
TT/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. S. Kousedghi,
t e g e n
[Verweerder], in zijn hoedanigheid van erfgenaam van wijlen [betrokkene 1],
domicilie kiezende te [plaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaak 156230 / FA RK 09-1164 van de rechtbank Zwolle - Lelystad, locatie Lelystad van 7 oktober 2009, 22 juni 2010 en 17 juni 2011;
b. de beschikking in de zaak 200.093.833 van het gerechtshof te Leeuwarden van 15 maart 2012.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [verzoeker] heeft bij brief van 8 februari 2013 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad ziet geen aanleiding tot een kostenveroordeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 12 april 2013.