ECLI:NL:HR:2013:BZ0291
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over betwisting en inroeping van staat in familierechtelijke context
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 april 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een eerdere beschikking van het gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft een geschil tussen [verzoeker] en [verweerder], waarbij [verzoeker] in cassatie ging tegen de beschikking van het hof, die op 15 maart 2012 was gegeven. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere beschikkingen van de rechtbank Zwolle - Lelystad, die dateren van 7 oktober 2009, 22 juni 2010 en 17 juni 2011, alsook naar de beschikking van het hof. De advocaat-generaal F.F. Langemeijer heeft in zijn conclusie tot verwerping van het beroep geadviseerd, wat door de Hoge Raad is overgenomen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een kostenveroordeling op te leggen. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth, en de uitspraak is gedaan door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion.