ECLI:NL:HR:2013:BZ1468
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over wanprestatie en onrechtmatige daad in medisch handelen met betrekking tot een voortijdig geboren kind
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 mei 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil over wanprestatie en onrechtmatige daad in de medische behandeling van een voortijdig geboren kind, aangeduid als [verzoeker]. De zaak betreft de behandeling van [verzoeker] in het Dr. Horacio E. Oduber Ziekenhuis op Aruba, waar hij na een 'apparently life threatening event' (ALTE) op 1 juni 1993 werd opgenomen. De ouders van [verzoeker] hebben de zorgverleners aangeklaagd voor gebrekkige en onoordeelkundige behandeling, wat zou hebben geleid tot ernstige hersenschade bij hun kind.
De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, waar de ouders in eerste instantie in het ongelijk zijn gesteld. De deskundigen die door de rechter zijn benoemd, hebben geconcludeerd dat de hersenschade van [verzoeker] voornamelijk is ontstaan door de ALTE op 1 juni 1993 en dat de behandeling in het ziekenhuis niet de oorzaak is geweest van verdere schade. De ouders hebben echter betoogd dat de deskundigen onvoldoende rekening hebben gehouden met hun observaties van oogcontact met [verzoeker] en dat de interpretatie van medische gegevens niet correct was.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het de conclusies van de deskundigen heeft gevolgd, vooral in het licht van de bezwaren van de ouders. De Hoge Raad vernietigt het vonnis van het hof en verwijst de zaak terug voor verdere behandeling. Dit arrest benadrukt de motiveringsplicht van de rechter bij het volgen van deskundigenrapporten en de noodzaak om specifieke bezwaren van partijen serieus te nemen.