ECLI:NL:HR:2013:BZ1899

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
11/01158
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 4 maart 2011 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1968, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. R.A.C. Frijns. De Advocaat-Generaal, Knigge, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad, zittende op 12 februari 2013, heeft het beroep in cassatie beoordeeld.

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het middel van cassatie niet kan leiden tot cassatie. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is uitgesproken door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren W.F. Groos en J. Wortel, in aanwezigheid van de waarnemend griffier S.C. Rusche. De uitspraak vond plaats op 12 februari 2013.

Uitspraak

12 februari 2013
Strafkamer
nr. S 11/01158
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 4 maart 2011, nummer 21/003058-10, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.A.C. Frijns, advocaat te Arnhem, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren W.F. Groos en J. Wortel in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken op 12 februari 2013.