ECLI:NL:HR:2013:BZ2971
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over beslagrecht en devolutieve werking hoger beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 april 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende beslagrecht en de devolutieve werking van hoger beroep. De zaak is gestart door [eiser], die in cassatie ging tegen de arresten van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank 's-Gravenhage en de arresten van het hof, die aan het arrest zijn gehecht. De advocaat van [eiser] heeft gereageerd op de conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal, die tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad heeft het beroep van [eiser] verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van [verweerster] zijn begroot op € 2.428,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat dit geen nadere motivering behoeft, gezien artikel 81 lid 1 RO. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer M.A. Loth.