ECLI:NL:HR:2013:BZ4853

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
10/05246
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafvermindering wegens overschrijding van de redelijke termijn in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 maart 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1985, die in cassatie is gegaan tegen een eerdere uitspraak van het Hof. De advocaat van de verdachte, mr. J. Boksem, heeft middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de strafoplegging, en heeft verzocht om vermindering van de straf. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar enkel met betrekking tot de duur van de opgelegde gevangenisstraf, die is verminderd tot drie jaren en zeven maanden. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden. Dit is het gevolg van het feit dat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden, waardoor de procedure langer heeft geduurd dan redelijkerwijs verwacht mocht worden. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat deze overschrijding van de redelijke termijn moet leiden tot een vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van vier jaren. De uitspraak is gedaan door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, samen met de raadsheren W.F. Groos en N. Jörg, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

19 maart 2013
Strafkamer
nr. S 10/05246
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 30 november 2010, nummer 20/003979-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, doch uitsluitend wat betreft de strafoplegging, tot vermindering daarvan en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het eerste middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beoordeling van het tweede middel
3.1. Het middel klaagt dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM in de cassatiefase is overschreden omdat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden.
3.2. Het middel is gegrond. Voorts doet de Hoge Raad uitspraak nadat meer dan twee jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Een en ander brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van vier jaren.
4. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf;
vermindert deze in die zin dat deze drie jaren en zeven maanden beloopt;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, en de raadsheren W.F. Groos en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 19 maart 2013.