ECLI:NL:HR:2013:BZ7193

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 juni 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
12/01367
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbeurte van bestuurlijke dwangsommen wegens handelen in strijd met Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer

In deze zaak gaat het om de verbeurte van bestuurlijke dwangsommen door de Gemeente Asten wegens handelen in strijd met het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer. De eisers, bestaande uit zes personen en een onderneming, hebben beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld op 7 juni 2013, waarbij de advocaat-generaal L.A.D. Keus tot verwerping van het beroep heeft geconcludeerd. De eisers hebben gereageerd op deze conclusie, maar de Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen. De kosten van het geding in cassatie zijn aan de zijde van de Gemeente begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de eisers niet tot cassatie konden leiden, en dat verdere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 lid 1 RO. Het arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth.

Uitspraak

7 juni 2013
Eerste Kamer
12/01367
E/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. [Eiser 2],
wonende te [woonplaats],
3. [Eiser 3],
wonende te [woonplaats],
4. [Eiser 4],
wonende te [woonplaats],
5. [Eiser 5],
wonende te [woonplaats],
6. [Eiseres 6],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. J.A.M.A. Sluysmans,
t e g e n
GEMEENTE ASTEN,
zetelende te Asten,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.W. Scheltema.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en de Gemeente.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 149139/HA ZA 06-2102 van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 6 december 2006, 22 oktober 2008 en 4 maart 2009;
b. het arrest in de zaak HD 200.035.371 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 november 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor [eiser] c.s. mede door mr. R.L. de Graaff, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping.
De advocaat van [eiser] c.s. heeft bij brief van 18 april 2013 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth, C.E. Drion en G. de Groot, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 7 juni 2013.