ECLI:NL:HR:2013:BZ7203
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onrechtmatig handelen door opzettelijk afleggen van onjuiste verklaringen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 juni 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A.M. Wagemakers, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam in een civiele procedure. De eiser heeft gesteld dat de verweerders, die niet verschenen zijn in de cassatieprocedure, onrechtmatig hebben gehandeld door opzettelijk onjuiste verklaringen af te leggen. De Hoge Raad verwijst naar de relevante feiten en eerdere uitspraken, waaronder de vonnissen van de rechtbank en het arrest van het hof. De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus was om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het beroep verworpen, waarbij de eiser is veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerders zijn begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de eiser niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten geen rechtsvragen oproepen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.