ECLI:NL:HR:2013:BZ8782
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Nietigverklaring huwelijk op verzoek van het Openbaar Ministerie; echtgenoot niet te goeder trouw
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 april 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de nietigverklaring van een huwelijk op verzoek van het Openbaar Ministerie. De man, die in cassatie ging, was niet te goeder trouw, zoals bepaald in artikel 1:77 van het Burgerlijk Wetboek. De zaak is voortgekomen uit eerdere beschikkingen van de rechtbank Utrecht en het gerechtshof te Amsterdam en Arnhem. De man had beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof van 5 april 2012, waarin het hof had geoordeeld over de nietigheid van het huwelijk. Het Openbaar Ministerie was als verweerder in cassatie betrokken, maar heeft geen verweerschrift ingediend. De vrouw, die ook als verweerder in cassatie optrad, heeft verzocht om de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn cassatieberoep of het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten die in de middelen zijn aangevoerd, niet gegrond verklaard en heeft geoordeeld dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft geen nadere motivering gegeven, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth.