ECLI:NL:HR:2013:BZ9946
Hoge Raad
- Cassatie
- B.C. de Savornin Lohman
- W.F. Groos
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, gedateerd 5 april 2012, met nummer H 4/2012. De verdachte, geboren in 1975, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. B. Kizilocak, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. Deze middelen zijn in de schrifturen opgenomen die aan het arrest zijn gehecht.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 14 mei 2013, onder verwijzing naar artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), geoordeeld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op de overweging dat de middelen geen rechtsvragen oproepen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep wordt verworpen. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is gewezen door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, samen met de raadsheren W.F. Groos en N. Jörg, in aanwezigheid van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster.