ECLI:NL:HR:2013:CA2546
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake getuigenverhoor
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, gedateerd 23 augustus 2011, in de strafzaak tegen een verdachte geboren in 1986. Het beroep is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. S.F.W. van 't Hullenaar, advocaat te Arnhem. De advocaat heeft middelen van cassatie voorgesteld, die zijn gehecht aan het arrest van de Hoge Raad. De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan.
De Hoge Raad heeft op 11 juni 2013 uitspraak gedaan. Het middel dat door de verdediging is ingediend, klaagt dat het Hof heeft verzuimd om een uitdrukkelijke beslissing te nemen op het verzoek tot het horen van een getuige. De Hoge Raad oordeelt dat dit middel slaagt op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal. Dit leidt tot de slotsom dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven. De overige middelen behoeven geen bespreking, en de Hoge Raad beslist als volgt: de bestreden uitspraak wordt vernietigd en de zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling.
Deze uitspraak is gedaan door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en J. Wortel, in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart. De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 juni 2013.