ECLI:NL:HR:2014:1057

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 mei 2014
Publicatiedatum
1 mei 2014
Zaaknummer
13/03118
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbestedingsrecht en cassatie in kort geding over inzameling oud papier door gemeente

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 mei 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een kort geding over de inzameling van oud papier door de gemeente Echt-Susteren. De gemeente had de inzameling opgedragen aan de VAOP, die na een aanbesteding de uitvoering aan een derde partij had toevertrouwd. Na het faillissement van VAOP zette deze derde partij de inzameling voort. De centrale vraag was of de gemeente de inzameling op grond van de alleenrechtuitzondering aan VAOP had opgedragen, en of de gemeente opnieuw moest aanbesteden volgens de geldende aanbestedingsregels, zoals vastgelegd in artikel 17 van het Besluit aanbestedingsregels overheidsopdrachten en de Richtlijn 2004/18/EG. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de eiseres niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de klachten niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwierp het beroep en veroordeelde de eiseres in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de gemeente zijn begroot op € 818,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

2 mei 2014
Eerste Kamer
nr. 13/03118
LZ/LH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. E.D. van Geuns,
t e g e n
de GEMEENTE ECHT-SUSTEREN,
zetelende te
Echt, gemeente Echt-Susteren,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaten: mr. R.P.J.L. Tjittes en mr. L. van den Eshof.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en de Gemeente.

1.Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 117433/KG ZA 12-147 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Roermond van 7 november 2012;
b. het arrest in de zaak HD 200.118.865/01 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 16 april 2013.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor de Gemeente toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 818,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, C.E. Drion en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot op
2 mei 2014.