ECLI:NL:HR:2014:155

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 januari 2014
Publicatiedatum
23 januari 2014
Zaaknummer
13/00306
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij koop van recreatiewoning in strijd met bouwtekeningen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 januari 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de non-conformiteit van een recreatiewoning. De eiser, vertegenwoordigd door advocaten mr. J.F. de Groot en mr. D.A. van der Kooij, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Leeuwarden. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Assen en het hof, waarin de vraag aan de orde was of de recreatiewoning voldeed aan de bouwtekeningen en daarmee aan de verwachtingen van de koper. De Hoge Raad verwijst naar eerdere jurisprudentie, waaronder HR 25 februari 2005, ECLI:NL:HR:2005:AR5383, en overweegt dat de klachten van de eiser niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt de eiser in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerders zijn begroot op € 1.886,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak benadrukt het belang van de overeenstemming tussen de geleverde zaak en de contractuele afspraken, zoals vastgelegd in de bouwtekeningen.

Uitspraak

24 januari 2014
Eerste Kamer
nr. 13/00306
RM/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaten: mr. J.F. de Groot en mr. D.A. van der Kooij,
t e g e n
1. [verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
2. [verweerster 2],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. P. Kuipers.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en [verweerder].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 78057 HA ZA 10-126 van de rechtbank Assen van 21 april 2010 en 12 januari 2011;
b. het arrest in de zaak 200.085.563/01 van het gerechtshof te Leeuwarden van 25 september 2012.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor [verweerder] toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping.
De advocaat van [verweerder] heeft bij brief van 18 december 2013 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 1.886,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
24 januari 2014.