ECLI:NL:HR:2014:1586

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 juli 2014
Publicatiedatum
2 juli 2014
Zaaknummer
12/04075
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de opgelegde gevangenisstraf wegens overschrijding van de redelijke termijn in cassatie

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarbij de verdachte, geboren in 1987, in voorlopige hechtenis was genomen. Het beroep is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. B. Kizilocak, advocaat te Rotterdam. De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en tot vermindering van de straf. De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat de eerste en tweede middelen niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze geen nadere motivering behoeven. Echter, het derde middel, dat betrekking heeft op de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase, is gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM, is overschreden, omdat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de opgelegde gevangenisstraf van vier jaren moet worden verminderd. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en vermindert deze naar drie jaren en zeven maanden. Het beroep wordt voor het overige verworpen.

Uitspraak

1 juli 2014
Strafkamer
nr. 12/04075
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 9 augustus 2012, nummer 20/004630-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. B. Kizilocak, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak doch uitsluitend wat betreft de strafoplegging, tot vermindering van de straf en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2.Beoordeling van het eerste en het tweede middel

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beoordeling van het derde middel

3.1.
Het middel klaagt dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM in de cassatiefase is overschreden omdat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden.
3.2.
Het middel is gegrond. Voorts doet de Hoge Raad in deze zaak waarin de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt, uitspraak nadat meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Een en ander brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van vier jaren.

4.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.

5.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf;
vermindert deze in die zin dat deze drie jaren en zeven maanden beloopt;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en V. van den Brink, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
1 juli 2014.