2.3.Bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevinden zich:
- een appelschriftuur van 18 september 2012, voor zover in cassatie van belang inhoudende:
"Cliënte ontkent dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen. De verdediging wenst in dat kader de navolgende personen als getuige te horen.
Deze personen kunnen nader verklaren over de herkomst en/of aanschaf van de desbetreffende geldbedragen c.q. goederen.
1. [betrokkene 1], wonende te [woonplaats];
2. [betrokkene 2], wonende te [woonplaats];
3. [betrokkene 3], wonende te [woonplaats];
4. [betrokkene 4], wonende te [woonplaats];
5. [betrokkene 5], wonende in [woonplaats];
6. [betrokkene 6], wonende te [woonplaats];
7. [betrokkene 7], wonende te [woonplaats];
8. [betrokkene 8], wonende te [woonplaats];
9. [betrokkene 9], wonende te [woonplaats];
10. [betrokkene 10], wonende te [woonplaats];
11. [betrokkene 11], wonende te [woonplaats];
12. [betrokkene 12], wonende te [woonplaats];
13. [betrokkene 13], wonende te [woonplaats];
14. [betrokkene 14], wonende te [woonplaats];
15. [betrokkene 15], wonende te [woonplaats];
16. [betrokkene 16], wonende te [woonplaats];
17. [betrokkene 17], wonende te [woonplaats]."
- het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 1 februari 2013, voor zover in cassatie van belang inhoudende:
"De raadsvrouw voert het woord overeenkomstig haar pleitnota, welke aan het hof is overgelegd en aan dit proces-verbaal is gehecht.
De raadsvrouw voegt hieraan toe -zakelijk weergegeven-:
Het vonnis is niet begrijpelijk. De rechtbank heeft de eis van de officier van justitie overgenomen, ondanks mijn pleidooi. Mijn cliënte heeft jarenlang haar salaris voor haar werkzaamheden bij [A] contant ontvangen. Dit is keurig bijgehouden door de boekhouder en opgegeven bij de belastingdienst.
Ik vind het voor de overtuiging van belang dat alle getuigen worden gehoord. De rechtbank heeft mijn cliënte niet geloofd. Mijn cliënte heeft verklaard dat zij er niet van op de hoogte was dat [betrokkene 1] zich bezig hield met hennephandel. Ze dacht dat hij in de autobranche zat. [betrokkene 1] stortte geld op haar rekening en nu wordt het mijn cliënte verweten dat zij het geld heeft witgewassen. Ten onrechte mijns inziens.
Het verzoek onder de punten 4, 6, 9 en 17 handhaaf ik niet.
(...)
Het hof trekt zich terug voor beraad.
Na gehouden beraad deelt de voorzitter als beslissing van het hof mede:
- dat de verzoeken tot het horen van de in de pleitnota onder punten 1 tot en met 17 genoemde getuigen van de raadsvrouw tijdig zijn ingediend bij appelschriftuur, zodat de verzoeken in beginsel dienen te worden getoetst aan het verdedigingsbelang. Dit is anders ten aanzien van de verzoeken tot het horen van de in de pleitnota onder punt 18, 19 en 20 genoemde getuigen. Het horen van deze getuigen is niet bij appelschriftuur gevraagd. Voor de beslissing op deze verzoeken wordt het noodzakelijkheidscriterium gehanteerd;
- dat met inachtneming van het voorgaande de beslissing van het hof als volgt is:
- ten aanzien van de verzoeken tot het horen van de in de pleitnota onder de punten 1 tot en met 16 - met uitzondering van de verzoeken onder de nummers 4, 6 en 9 - is het belang van de verdediging bij het horen van de getuigen onvoldoende duidelijk gemaakt. De raadsvrouw heeft ook niet voldoende onderbouwd wat het verband is tussen verzoeken en de tenlastegelegde feiten. De verzoeken worden afgewezen;
- de verzoeken tot het horen van de in de pleitnota onder punt 18, 19 en 20 genoemde getuigen worden afgewezen. Het hof acht het horen van deze getuigen niet noodzakelijk en door de raadsvrouw is onvoldoende onderbouwd wat de noodzaak zou kunnen zijn."
- de aan het hiervoor genoemde proces-verbaal gehechte pleitnota van de raadsvrouwe van de verdachte, voor zover inhoudende:
"De verdediging heeft bij appelschriftuur van 18 september 2012 de navolgende personen als getuige opgegeven:
1. [betrokkene 1], wonende aan de [A straat] te [woonplaats]:
[betrokkene 1] kan verklaren over de stortingen van bedragen op de bankrekeningen van cliënte. [betrokkene 1] kan verklaren over de legale herkomst van deze gelden. Bovendien kan [betrokkene 1] verklaren over de betaling door hem van de B&O apparatuur, het witte bankstel en het Audemars Piquet horloge en het feit dat cliënte niet op de hoogte was van de hoogte van het aanschafbedrag en/of de wijze van financiering door [betrokkene 1].
2. [betrokkene 2], wonende te [woonplaats]:
[betrokkene 2] kan verklaren over de contante betaling van spullen, huur e.d. van de [B], zoals ook door cliënte ter zitting bij de rechtbank is verklaard. Tevens kan hij verklaren over de grote stroom van contant geld in deze branche usance was aangezien hij een periode (2007 en 2008) de eigenaar van een [B] was.
3. [betrokkene 3], wonende te [woonplaats]:
[betrokkene 3] kan verklaren over de ver- en aankoop en contante betaling van de Harley Davidson met kenteken [004] en andere motorrijtuigen. [betrokkene 3] heeft niet naar waarheid verklaard over het aantal auto's dat hij verkocht heeft, nu hij een lagere omzet bij de Belastingdienst heeft opgegeven.
Voorts kan [betrokkene 3] verklaren over de grote stroom van contante (legale) gelden binnen [A], nu hij een periode werkzaam is geweest bij de [B] [A].
4. [betrokkene 4]:
Het verzoek tot het horen van deze getuige wordt niet gehandhaafd.
5. [betrokkene 5], wonende in [woonplaats]:
[betrokkene 5] kan verklaren over het geven van een geldbedrag voor de vakantie van cliënte naar Frankrijk en geld heeft gestort op de rekening van cliënte.
6. [betrokkene 6]:
Het verzoek tot het horen van deze getuige wordt niet gehandhaafd.
7. [betrokkene 7], wonende te [woonplaats]:
De verkoop en terugkoop en de betaling van de motor aan cliënte en/of [betrokkene 1].
8. [betrokkene 8], wonende te [woonplaats]:
De verkoop en betaling van de motor met kenteken [003].
9. [betrokkene 9]:
Verzoek tot het niet horen van deze getuige wordt niet gehandhaafd.
10. [betrokkene 10], wonende te [woonplaats]:
[betrokkene 10] kan verklaren over de verkoop van de motor aan [betrokkene 1].
11. [betrokkene 11], wonende te [woonplaats]:
[betrokkene 11] kan verklaren over de beschikking over de Harley Davidson met kenteken [004].
12. [betrokkene 12]. wonende te [woonplaats]:
M.b.t. de betaling en het bezit van de Harley Davidson met kenteken [004].
13. [betrokkene 13], wonende te [woonplaats]:
[betrokkene 13] kan, als medevennoot van [A], verklaren over de administratie/boekhouding van [A] en de wijze van betaling van de overname door [betrokkene 18]. Tevens kan [betrokkene 13] verklaren over de grote stroom van contante gelden binnen de [B].
Ten slotte kan [betrokkene 13] verklaren over de privé onttrekkingen uit [A]. Zowel hij als cliënte namen in 2005 en 2006 tegelijkertijd evenveel salaris contant uit de kas van [A]. Derhalve kan hij verklaren dat cliënte contante bedragen voorhanden had.
14. [betrokkene 14], wonende te [woonplaats]:
M.b.t. de contante betaling van de Mercedes, met kenteken [005] aan [betrokkene 1].
15. [betrokkene 15], wonende te [woonplaats]:
M.b.t. de verkoop van de woning aan cliënte en in welke staat de woning en de tuin verkeerde (aanleg nieuwe tuin).
16. [betrokkene 16], wonende te [woonplaats]:
M.b.t. de bemiddeling van de verkoop van de motor met kenteken [006].
17. [betrokkene 17], wonende te [woonplaats]:
M.b.t. de verkoop en contante betaling van de loungeset aan cliënte.
Voorts wenst de verdediging nog de navolgende personen als getuige te horen. De verdediging is van mening dat het noodzakelijk is deze getuigen te horen, nu zij kunnen verklaren over het tenlastegelegde en bewezenverklaarde witwassen van de Peugeot en de geldbedragen.
18. [betrokkene 19], wonende te [woonplaats]:
[betrokkene 19] kan de verklaring van cliënte bij de rechter-commissaris (als getuige in de zaak tegen [betrokkene 1]) met betrekking tot de gang van zaken over de ruil/betaling van de Peugeot 307 tegen de BMW type 7 serie bevestigen. [betrokkene 19] kan bevestigen dat hij nog een bedrag van € 2.000,- aan [betrokkene 1] diende te betalen.
19. [betrokkene 20], wonende te [woonplaats]:
[betrokkene 20] kan eveneens de verklaring van cliënte met betrekking tot de gang van zaken over de ruil/betaling van de Peugeot 307 tegen de BMW type 7 serie bevestigen.
20. [betrokkene 21], werkzaam als boekhouder bij [C], financiële dienstverleners, kantoorhoudende aan de [B straat] Kerkrade:
[betrokkene 21] is in de periode van 2003 tot en met 2008 de boekhouder van cliënte en [A] geweest. [betrokkene 21] kan verklaren over de constante stroom van contante gelden binnen [A]. Bovendien kan [betrokkene 21] verklaren over de privé onttrekkingen door cliënte door contante bedragen uit kas op te nemen. [betrokkene 21] kan verklaren over de belastingaangiften van cliënte. Voorts kan [betrokkene 21] uitleg geven over de rapporten en jaaropgaven van 2005 en 2006 welke als bijlagen zijn gehecht aan de pleitnota die door de verdediging aan de Rechtbank zijn ingebracht."
- het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 19 april 2013, voor zover inhoudende:
"De verdachte en de raadsvrouw voeren het woord tot verdediging, de raadsvrouw overeenkomstig haar pleitnota, die aan het hof is overgelegd en aan het verkort proces-verbaal is gehecht."
- de aan het hiervoor genoemde proces-verbaal gehechte pleitnota van de raadsvrouwe van de verdachte, die inhoudt dat de verdediging tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak in hoger beroep opnieuw onderbouwde verzoeken heeft gedaan de hiervoor onder 1, 2, 3, 7, 8, 13, 14, 18, 19 en 20 genoemde personen alsmede [betrokkene 18] te horen als getuigen indien het Hof niet tot vrijspraak overgaat.