Uitspraak
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Eindhoven ,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
3 oktober 2014.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van Saint-Gobain Weber Beamix B.V. voor schade die eiser heeft geleden na een bedrijfsongeval en een daaropvolgend privé-ongeval. Eiser, werkzaam als heftruckchauffeur, heeft op 10 mei 2006 een ongeval op de werkvloer gehad waarbij hij zijn voet heeft gebroken. Na een periode van herstel heeft hij op 28 juni 2006, terwijl hij nog niet volledig hersteld was, een privé-ongeval gehad waarbij hij over een deurmat is gestruikeld en knieletsel heeft opgelopen. Eiser stelt dat de schade van het privé-ongeval toerekenbaar is aan de werkgever, omdat de val het gevolg was van het eerdere bedrijfsongeval. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever aansprakelijk is voor de gevolgen van het bedrijfsongeval, maar niet voor de gevolgen van de val thuis. Het hof bevestigt dit oordeel en oordeelt dat er geen causaal verband is tussen het bedrijfsongeval en de val thuis. Eiser gaat in cassatie bij de Hoge Raad, die oordeelt dat het hof onbegrijpelijk heeft geoordeeld over het causaal verband tussen de twee ongevallen. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak terug voor verdere behandeling.