ECLI:NL:HR:2015:1106

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 april 2015
Publicatiedatum
23 april 2015
Zaaknummer
14/02074
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • J.P. Balkema
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag tot herziening van een strafrechtelijke veroordeling met betrekking tot medeplegen van moord

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 april 2015 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De aanvrager, geboren in 1981, was eerder veroordeeld tot dertien jaar gevangenisstraf voor medeplegen van moord. Deze straf was in een eerdere uitspraak van de Hoge Raad op 6 november 2012 verminderd tot twaalf jaren en zes maanden. De aanvraag tot herziening was ingediend door mr. M.M.A.J. Goris, advocaat te Almelo, en was gebaseerd op de stelling dat een brief van de Bulgaarse Officier van Justitie, Stefanov, valselijk was opgemaakt. De Advocaat-Generaal P.C. Vegter concludeerde dat de aanvraag moest worden afgewezen. De Hoge Raad heeft de aanvraag beoordeeld en vastgesteld dat de stelling van de aanvrager onjuist was, aangezien de brief van de Hoofdofficier van Justitie Stefanov van 25 november 2014 de stelling van de aanvrager weerlegde. De Hoge Raad oordeelde dat de aanvraag feitelijke grondslag mist en heeft deze afgewezen op basis van artikel 470 van het Wetboek van Strafvordering. De uitspraak werd gedaan door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

21 april 2015
Strafkamer
nr. 14/02074 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 16 december 2010, nummer 21/004326-08, ingediend door mr. M.M.A.J. Goris, advocaat te Almelo, namens:
[aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981.

1.De uitspraak waarvan herziening is gevraagd

Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank Arnhem van 22 oktober 2008 - de aanvrager ter zake van "medeplegen van moord" veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertien jaren, welke straf bij arrest van de Hoge Raad van 6 november 2012 is verminderd tot twaalf jaren en zes maanden.

2.De aanvraag tot herziening

De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

3.De conclusie van de Advocaat-Generaal

3.1.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvraag zal afwijzen.
3.2.
De Hoge Raad heeft bij arrest van 3 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:218, de Advocaat-Generaal in de gelegenheid gesteld tot toezending van een afschrift van de door hem aan het dossier toegevoegde stukken aan de raadsvrouwe van de aanvrager.
3.3.
De raadsvrouwe heeft de aanvraag tot herziening schriftelijk nader toegelicht.

4.Beoordeling van de aanvraag

4.1.
De aanvraag berust op de stelling dat de brief van de Bulgaarse Officier van Justitie Stefanov van 17 september 2010, waaraan door het Hof bij de verwerping van het verweer dat het in art. 54 van de Schengen Uitvoeringsovereenkomst neergelegde ne bis in idem-beginsel is geschonden doorslaggevende betekenis is toegekend, valselijk is opgemaakt.
4.2.
Uit de in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 8 weergegeven brief van Hoofdofficier van Justitie Stefanov van 25 november 2014 volgt dat deze stelling onjuist is, zodat de aanvraag feitelijke grondslag mist.
4.3.
De aanvraag is dus ongegrond en moet ingevolge art. 470 Sv worden afgewezen.

5.Beslissing

De Hoge Raad wijst de aanvraag tot herziening af.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
21 april 2015.
Mr. Balkema en mr. Ilsink zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.