Uitspraak
- Euro Consultants Noord B.V.,
- [A] B.V,
- [betrokkene],
kantoorhoudende te Harlingen,
1.Het geding in feitelijke instantie
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van de middelen
4.Beslissing
8 mei 2015.
Hoge Raad
In deze zaak, die op 8 mei 2015 door de Hoge Raad is behandeld, gaat het om een verzoek tot cassatie van T.H. Pasma, curator in de faillissementen van Euro Consultants Noord B.V. en [A] B.V. De curator heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de rechtbank op 18 juni 2014 een beslissing heeft genomen over het salaris van de curator. De Hoge Raad verwijst naar deze beschikking voor het verloop van het geding in feitelijke instantie.
De curator heeft in zijn cassatieberoep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte het salaris heeft vastgesteld zonder rekening te houden met de Recofa-richtlijnen voor faillissementen en surseances van betaling. De advocaat-generaal J. Wuisman heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, en de advocaat van de curator heeft hierop gereageerd. De Hoge Raad heeft de aangevoerde klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de beslissing van de rechtbank in stand blijft. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot, en de uitspraak is van belang voor de praktijk van het faillissementsrecht, met name voor de wijze waarop het salaris van curatoren wordt vastgesteld en de toepassing van de Recofa-richtlijnen.