ECLI:NL:HR:2015:1223

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 mei 2015
Publicatiedatum
8 mei 2015
Zaaknummer
14/04651
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissementsrecht en salaris curator in cassatie

In deze zaak, die op 8 mei 2015 door de Hoge Raad is behandeld, gaat het om een verzoek tot cassatie van T.H. Pasma, curator in de faillissementen van Euro Consultants Noord B.V. en [A] B.V. De curator heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de rechtbank op 18 juni 2014 een beslissing heeft genomen over het salaris van de curator. De Hoge Raad verwijst naar deze beschikking voor het verloop van het geding in feitelijke instantie.

De curator heeft in zijn cassatieberoep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte het salaris heeft vastgesteld zonder rekening te houden met de Recofa-richtlijnen voor faillissementen en surseances van betaling. De advocaat-generaal J. Wuisman heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, en de advocaat van de curator heeft hierop gereageerd. De Hoge Raad heeft de aangevoerde klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de beslissing van de rechtbank in stand blijft. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot, en de uitspraak is van belang voor de praktijk van het faillissementsrecht, met name voor de wijze waarop het salaris van curatoren wordt vastgesteld en de toepassing van de Recofa-richtlijnen.

Uitspraak

8 mei 2015
Eerste Kamer
nr. 14/04651
LZ/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
T.H. PASMA, in zijn hoedanigheid van curator in de faillissementen van
- Euro Consultants Noord B.V.,
- [A] B.V,
- [betrokkene],
kantoorhoudende te Harlingen,
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.
Verzoeker zal hierna ook worden aangeduid als de curator.

1.Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak C/17/03/74 F, C/17/03/173 en C/17/04/30 van de rechtbank Noord-Nederland van 18 juni 2014.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van de rechtbank heeft de curator beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de curator heeft bij brief van 1 april 2015 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
8 mei 2015.