ECLI:NL:HR:2015:1472

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 juni 2015
Publicatiedatum
4 juni 2015
Zaaknummer
14/05283
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 juni 2015 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie van een belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Den Haag. De Rechtbank had op 10 september 2014 uitspraak gedaan in een verzetprocedure, maar de belanghebbende heeft niet voldaan aan de verplichting om griffierecht te betalen. De griffier van de Hoge Raad heeft de belanghebbende op 5 februari 2015 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en een termijn van vier weken gesteld voor betaling. Aangezien het griffierecht niet is voldaan, heeft de griffier op 12 maart 2015 de belanghebbende in de gelegenheid gesteld om te verklaren waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. De belanghebbende heeft echter van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Hierdoor heeft de Hoge Raad, op basis van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

5 juni 2015
Nr. 14/05283
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Rechtbank Den Haagvan 10 september 2014, nr. SGR 14/1954 V, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 5 februari 2015, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgehaald op de afhaallocatie, gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij brief van 12 maart 2015, ter zake waarvan de gemachtigde van belanghebbende volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL bericht heeft gekregen dat de brief op de afhaallocatie kon worden afgehaald, in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Het beroep in cassatie moet op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2015.