ECLI:NL:HR:2015:2273

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 januari 2015
Publicatiedatum
20 augustus 2015
Zaaknummer
13/02849
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Den Haag inzake strafzaak

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, gedateerd 18 januari 2013, met nummer 22/003881-12. De verdachte, geboren in 1958, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. J.P.A. van Schaik, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 27 januari 2015 het beroep verworpen, en het arrest is uitgesproken door de raadsheer H.A.G. Splinter-van Kan als voorzitter, samen met de raadsheren N. Jörg en V. van den Brink, in aanwezigheid van de griffier S.P. Bakker.

Uitspraak

27 januari 2015
Strafkamer
nr. S 13/02849
BKL
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 18 januari 2013, nummer 22/003881-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.P.A. van Schaik, advocaat te Veenendaal, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer H.A.G. Splinter-van Kan als voorzitter, en de raadsheren N. Jörg en V. van den Brink, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
27 januari 2015.