Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"2. een ambtsedig proces-verbaal van politie Rotterdam-Rijnmond nummer PL17A0 2013012368, d.d. 13 januari 2013, met bijlagen;
3. een als bijlage bij het onder 2 genoemde ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond nummer PL17A0 2013012368-23, d.d. 13 januari 2013, welk proces-verbaal inhoudt een proces-verbaal van bevindingen:
Onderzoek naar aanleiding van een aanhouding op vrijdag 11 januari 2013 waarbij sprake zou zijn van afleveren drugs bij betrokken adres [a-straat 1] te Vlaardingen.
Op voorhand deelde [betrokkene 1] ons mede wel bereid te zijn informatie te willen verstrekken, maar deze niet op papier te ondertekenen uit angst voor represailles.
[betrokkene 1] verklaarde:
Zoals u weet gebruik ik harddrugs. Ik heb verschillende mensen die dit bij mij thuis afleveren als ik de drug bestel. Ik heb afgelopen vrijdag 11 januari 2013 inderdaad drugs besteld. Ik heb dit telefonisch gedaan.
In het begin van de middag heb ik het telefoonnummer 06- [001] gebeld en een testpakket besteld. Dit omdat er veel kwaliteitsverschil is in de aangeleverde drugs.
De kwaliteit van de drugs was in orde. Om 16.42 uur heb ik opnieuw telefonisch besteld met hetzelfde telefoonnummer. Ik weet dat deze leverancier uit Schiedam komt.
U vraagt mij hoe laat er ongeveer heroïne is afgeleverd:
Het zal tussen 15 en 25 minuten geweest zijn na mijn telefonische bestelling van 16.42 uur. U vraagt mij of ik een auto gezien heb die voor de deur stopte.
Ik heb inderdaad een auto voor de deur zien stoppen. Een kleine Audi, waarvan ik denk dat het een A3 was. Ik weet geen kleur of kenteken.
U vraagt mij of ik heb gezien dat er iemand uitstapte: Ik zag de bijrijder van die Audi A3 uitstappen. Deze persoon belde bij mij aan.
U vraagt mij of ik bijzonderheden weet van die persoon:
Het was een marokkaanse jongeman van 16 a 17 jaar. Hij was geheel in het zwart gekleed. Volgens mij had hij een glanzend zwart jack aan. Het was dezelfde jongen als die de eerste (proeflevering had gedaan. Qua lengte was die jongen ongeveer 1 meter 60. Hij was klein van stuk.
U vraagt mij wat hij heeft afgeleverd: Hij heeft (bruin) heroïne afgeleverd.
U vraagt mij voor hoeveel geld hij heeft afgeleverd: Ik had voor 10 euro besteld.
4. een als bijlage bij het onder 2 genoemde ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond nummer PL17A0 2013012368-7, d.d. 11 januari 2013, welk proces-verbaal inhoudt een proces-verbaal van bevindingen:
Wij verbalisanten kregen op 11 januari 2013 informatie van collega [verbalisant 1] over mogelijke drugsdealpraktijken aan de [a-straat 1] te Vlaardingen. Dit zou gebeuren ter hoogte van het doodlopend stuk aan de [a-straat 1] aan de zijde van [A] . Hierbij zouden jongens van Noord-Afrikaanse afkomst bij betrokken zijn die rijden in een Audi A3.
Omstreeks 16:40 uur zagen wij in de [a-straat 1] een Audi A3, voorzien van kenteken [AA-00-BB] , rijden met 2 Noord-Afrikaanse jongens erin. Wij zagen dat de Audi stopte aan het einde van de [a-straat 1] . Ik, verbalisant [verbalisant 2] , stapte uit het dienstmotorvoertuig en liep in de richting van de Audi. Ik zag dat de bijrijder van de Audi uitstapte en richting een huizenblok liep. Ik kon niet zien naar welke woning de bijrijder toeliep. Ik zag dat de bijrijder ongeveer 30 seconden hierna weer terug naar de Audi liep met iets in zijn rechterhand en in de Audi stapte.
Omdat wij verbalisanten vermoedden dat het hier mogelijk om drugs ging zijn wij verbalisanten achter de Audi aangereden.
Wij hebben het voertuig op de van Leeuwenhoeckstraat staande gehouden. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , liep naar de bijrijder toe. Ik heb de bijrijder uit laten stappen en direct onderworpen aan een fouillering op grond van de Opiumwet. Toen ik de jas van de bijrijder omhoog haalde zag ik dat er een plastic zakje uit zijn broeksband stak. Nadat ik het zakje uit zijn broeksband haalde zag ik het 2 kleine zakjes betrof. Ik zag dat er in het ene zakje kleine brokjes met witte substantie zat en in het andere zakje een klein brokje bruine substantie.
Ik, verbalisant [verbalisant 2] , heb de bijrijder omstreeks 16:50 uur aangehouden terzake overtreding van de Opiumwet en de 2 zakjes inbeslaggenomen. De bijrijder bleek later te zijn genaamd:
[betrokkene 2] , geboren [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] , wonende aan de [b-straat 1] te Schiedam.
Ik, verbalisant [verbalisant 3] heb vervolgens de bestuurder omstreeks 16:52 uur ook aangehouden terzake overtreding Opiumwet.
De bestuurder bleek later te zijn genaamd:
[verdachte] , geboren [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] , wonende [c-straat 1] te Schiedam. Wij verbalisanten hebben de Audi van de verdachten inbeslaggenomen op grond van de Opiumwet. Tijdens de insluitingsfouillering van [betrokkene 2] troffen wij verbalisanten in zijn broekzak een geldbedrag aan van 395 euro. Dit bestond uit biljetten van 3x5,7x10, 3x20, 3x50 en 1x100 euro. Wij hebben het geld en de telefoon van [betrokkene 2] ook inbeslaggenomen op grond van de Opiumwet.
5. een als bijlage bij het onder 2 genoemde ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond nummer PL17A0 2013012368-21, d.d. 13 januari 2013, welk proces-verbaal inhoudt een proces-verbaal van bevindingen:
Op zaterdag 12 januari 2013, omstreeks 15:00 uur, stelden wij verbalisanten op de binnenplaats op politiebureau Vlaardingen, op de Delftseveerweg 40 in Vlaardingen, een onderzoek in op grond van artikel 10/4 en artikel 2/B van de Opiumwet, in de inbeslaggenomen personenauto, zijnde een zwarte Audi A3 met het kenteken [AA-00-BB] .
Ik verbalisant [verbalisant 4] stelde een onderzoek in het bijrijdersgedeelte rechtsvoorin het voertuig in. Bij het middenconsole voorin, trok ik met mijn hand een plastic kap omhoog. Ik voelde vervolgens met mijn hand onder deze kap. Ik voelde een plastic zakje en haalde dit er vervolgens uit. Ik zag, dat dit een plastic doorzichtig boterhamzakje betrof met daarin een witte substantie. Hierna voelde ik wederom met mijn hand onder de kap van het middenconsole en voelde toen weer een plastic zakje. Ik haalde dit zakje er ook onder vandaan en zag, dat dit een doorzichtig boterhamzakje met daarin een bruine substantie betrof.
Hierna stelde ik een onderzoek in het dashboardvak rechtsvoorin het voertuig in. Ik zag, dat er in dit vak 2 mobiele telefoons + oplader lagen.
Ik verbalisant [verbalisant 5] stelde een onderzoek in bij de bestuurdersplaats linksvoorin het voertuig. Ik zag, dat er in het opbergvak van het bestuurdersportier een doorzichtig zakje met daarin een bruine substantie zat. Vervolgens stelde ik een onderzoek in onder de plastic kap van het middenconsole aan de bestuurderszijde. Ik voelde met mijn hand onder de kap een plastic zakje en haalde dit er onder vandaan. Ik zag, dat dit een doorzichtig plastic zakje betrof met daarin een witte substantie.
Hierna hebben wij de auto verder doorzocht en niets noemenswaardig meer aangetroffen. Vervolgens heb ik verbalisant [verbalisant 5] telefonisch middels de politiemeldkamer van de KLPD een drugsspeurhond ter plaatse verzocht.
De bovenbeschreven vermoedelijke drugs en de 2 mobiele telefoons met opladers werden door verbalisanten inbeslaggenomen.
6. een als bijlage bij het onder 2 genoemde ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond nummer PLI 7P0 2913012368-39, d.d. 3 mei 2013, welk proces-verbaal inhoudt een proces-verbaal van bevindingen:
Op vrijdag 3 mei 2013 verzocht ik verbalisant [verbalisant 5] om de sim-kaarten van de twee inbeslaggenomen mobiele telefoons onder PVH-nummer 2013012368-38 uit te lezen. Deze 2 Nokia mobiele telefoons zijn bij een zoeking in de inbeslaggenomen personenauto Audi A3 met het kenteken [AA-00-BB] in het dashboardkastje bij de bijrijderskant rechtsvoorin het voertuig aangetroffen. Het proces-verbaal van deze zoeking staat onder BVH-nummer 201312368-21 vermeld.
Op vrijdag 3 mei 2013 bevestigde collega en brigadier [verbalisant 6] mij in persoon, dat het mobiele telefoonnummer van [betrokkene 1] 06- [002] betreft en dat hij dit nummer tijdens zijn onderzoek op 13 januari 2013 op de mobiele telefoon van [betrokkene 1] heeft zien staan, als zijnde het nummer van [betrokkene 1] zelf. Zie het proces-verbaal van bevindingen van collega [verbalisant 6] onder BVH-nummer 2013012368-23.
Uit het onderzoek van de van de simkaart met nummer [003] , welke zat bevestigd in de- zwart/grijze inbeslaggenomen mobiele telefoon merk Nokia met imeinummer [004] en IMSInummer [005] , kwam de volgende informatie, welke ik verbalisant ook zelf heb waargenomen
Onder calls
Type last dialed
Index 2
Storage SIM
To [002]
Hieruit concludeer ik, verbalisant [verbalisant 5] , dat het mobiele telefoonnummer van drugsgebruiker [betrokkene 1] in de inbeslaggenomen mobiele telefoon staat, welke in het voertuig waarin beide verdachte tijdens hun aanhouding werden aangetroffen, lag.
Tevens concludeer ik dat de mobiele telefoon van [betrokkene 1] 2 keer naar deze bovengenoemde telefoon heeft gebeld.
7. een als bijlage bij het onder 2 genoemde ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond nummer PL17P0 2013012368-36, d.d. 16 januari 2013, welk proces-verbaal inhoudt een proces-verbaal van bevindingen:
Op dinsdag 15 januari 2013 ontvingen wij via Bureau Logistiek Intake en Service de volgende stukken van overtuiging met het verzoek deze te onderzoeken op de aanwezigheid van verdovende middelen: