ECLI:NL:HR:2015:2466

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 september 2015
Publicatiedatum
8 september 2015
Zaaknummer
14/03173
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het cassatieberoep van de verdachte wegens het niet indienen van middelen van cassatie

In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een cassatieberoep ingesteld door de verdachte tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gedateerd 20 december 2013. De verdachte, geboren in 1982, heeft geen middelen van cassatie ingediend binnen de wettelijk gestelde termijn. De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep. De advocaat van de verdachte, mr. B.P.M. Canoy, heeft schriftelijk gereageerd op deze conclusie.

De Hoge Raad heeft vervolgens de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld. Aangezien de verdachte niet tijdig door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft ingediend, is niet voldaan aan het vereiste zoals gesteld in artikel 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de verdachte in het cassatieberoep niet kan worden ontvangen.

Op 8 september 2015 heeft de Hoge Raad, onder leiding van vice-president A.J.A. van Dorst, in aanwezigheid van de raadsheren J. de Hullu en A.L.J. van Strien, de beslissing genomen om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het beroep. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

8 september 2015
Strafkamer
nr. S 14/03173 A
IC
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, van 20 december 2013, nummer H 007/13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep.
Mr. B.P.M. Canoy, advocaat te Leeuwarden, heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, zodat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
8 september 2015.