Uitspraak
gevestigd te Amsterdam,
gevestigd te Amsterdam,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
11 september 2015.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 september 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Globalocity B.V. en Danone Baby and Medical Nutrition B.V. Globalocity, eiseres tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat op 1 april 2014 was gewezen. De zaak betreft een civielrechtelijke kwestie waarin de uitleg van een overeenkomst en het passeren van een bewijsaanbod centraal stonden. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en het arrest van het hof, die aan deze uitspraak zijn gehecht.
De Hoge Raad heeft de klachten van Globalocity in het cassatiemiddel beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekte tot verwerping van het cassatieberoep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van Globalocity verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Danone zijn begroot op € 6.467,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke bewijsaanbiedingen en de noodzaak voor partijen om hun stellingen goed te onderbouwen in civiele procedures.