ECLI:NL:HR:2015:2582

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 september 2015
Publicatiedatum
15 september 2015
Zaaknummer
14/04668
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het cassatieberoep tegen een niet-einduitspraak

In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een cassatieberoep ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het arrest van het hof dateert van 16 september 2014 en betreft de strafzaak met nummer 21/005950-13. De verdachte, geboren in 1990, heeft het cassatieberoep ingesteld via zijn advocaten, mr. J. Kuijper en mr. S.F.W. van 't Hullenaar. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld aan de hand van artikel 428 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Dit artikel stelt dat tegen vonnissen of arresten die geen einduitspraken zijn in de zin van artikel 138 Sv, beroep in cassatie slechts gelijktijdig met dat tegen de einduitspraak is toegestaan. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de bestreden beslissing geen einduitspraak is, waardoor de verdachte niet kan worden ontvangen in het cassatieberoep. Op 15 september 2015 heeft de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het beroep. Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

15 september 2015
Strafkamer
nr. S 14/04668
IV/LN
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 16 september 2014, nummer 21/005950-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, en mr. S.F.W. van 't Hullenaar, advocaat te Arnhem, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het cassatieberoep.
Mr. S.F.W. van 't Hullenaar heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Volgens art. 428 Sv is tegen vonnissen of arresten die geen einduitspraken zijn in de zin van art. 138 Sv, beroep in cassatie slechts gelijktijdig met dat tegen de einduitspraak toegelaten.
De bestreden beslissing is niet een einduitspraak in die zin, zodat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
15 september 2015.