Uitspraak
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Bleiswijk, gemeente Landsingerland,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
4.Beslissing
25 september 2015.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 september 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.Th.J. van der Klei, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. Dit arrest was eerder gewezen op 27 mei 2014 en betrof een civiele procedure waarin de eiser zijn vorderingen had ingesteld tegen de Coöperatief Koninklijk Tuinbouwcentrum Horticoop U.A., die niet verschenen was in de cassatieprocedure.
De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere vonnissen van de rechtbank Rotterdam en het arrest van het hof. De kern van de zaak draait om de uitleg van gedingstukken en de vraag of de wijziging van eis in deze context mogelijk was. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en veroordeelt de eiser in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Horticoop op nihil zijn begroot. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot, na de beraadslaging door de overige raadsheren.