ECLI:NL:HR:2015:2919

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 oktober 2015
Publicatiedatum
6 oktober 2015
Zaaknummer
14/01403
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het cassatieberoep in strafzaak tegen verdachte

In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van het cassatieberoep van de verdachte, die in cassatie is gegaan tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1992, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. M.J. Lamers. De Advocaat-Generaal, F.W. Bleichrodt, heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld aan de hand van de relevante wetgeving, met name artikel 408a in samenhang met artikel 450.2 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De appeldagvaarding is aan de gemachtigde van de verdachte uitgereikt, wat volgens artikel 450.4 Sv geldt als betekening in persoon. Dit betekent dat de verdachte uiterlijk binnen 14 dagen na de einduitspraak van het Hof cassatie had moeten instellen. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de cassatie is ingesteld na het verstrijken van deze termijn. De argumenten die in de cassatieschriftuur zijn aangevoerd, zijn niet aangemerkt als bijzondere omstandigheden die de termijnoverschrijding verontschuldigbaar maken. Op basis van deze overwegingen heeft de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het cassatieberoep.

Uitspraak

6 oktober 2015
Strafkamer
nr. S 14/01403
NA/IC
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 21 mei 2013, nummer 21/002854-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.J. Lamers, advocaat te Utrecht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4 tot en met 7 kan de verdachte niet worden ontvangen in het ingestelde beroep.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
6 oktober 2015.