ECLI:NL:HR:2015:3246

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 november 2015
Publicatiedatum
10 november 2015
Zaaknummer
15/00463, 15/00464
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • J.P. Balkema
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van vonnissen wegens persoonsverwisseling

Op 10 november 2015 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de zaken met de parketnummers 15/00463 en 15/00464, waarin herziening is gevraagd van eerdere vonnissen van de Politierechter in de Rechtbank Amsterdam. De aanvraagster, geboren in 1992, was eerder veroordeeld voor verduistering en diefstal door twee of meer verenigde personen. De aanvragen tot herziening zijn ingediend door mr. B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, en berusten op de stelling dat er sprake is van een persoonsverwisseling, hetgeen een gegeven is als bedoeld in artikel 457, eerste lid aanhef en onder c van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvragen gegrond zal verklaren en de zaken zal verwijzen naar een gerechtshof voor herbehandeling.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de aanvragen tot herziening gegrond zijn, omdat er ernstige twijfels zijn gerezen over de identiteit van de veroordeelde. De Hoge Raad oordeelt dat, indien de Politierechters op de hoogte waren geweest van de persoonsverwisseling, zij mogelijk tot een andere uitspraak zouden zijn gekomen. Dit leidt tot de conclusie dat de aanvragen tot herziening gegrond zijn en dat de tenuitvoerlegging van de eerdere vonnissen moet worden opgeschort of geschorst. De zaken worden verwezen naar het Gerechtshof Den Haag voor een nieuwe behandeling, zoals voorzien in artikel 472, tweede lid, Sv.

De uitspraak van de Hoge Raad is van groot belang voor de rechtsbescherming van de betrokkenen en benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid in strafzaken, vooral wanneer er twijfels zijn over de identiteit van de veroordeelde. De beslissing van de Hoge Raad is een bevestiging van het recht op een eerlijk proces en de mogelijkheid tot herziening in geval van nieuwe feiten of omstandigheden.

Uitspraak

10 november 2015
Strafkamer
nrs. S 15/00463 H en S 15/00464 H
EC
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op aanvragen tot herziening van in kracht van gewijsde gegane vonnissen van de Politierechter in de Rechtbank Amsterdam van 31 maart 2011, nummer 13/017723-11 en de Politierechter in de Rechtbank Amsterdam van 7 juli 2011, nummers 13/664053-11, 13/850342-11 en 13/850452-11, ingediend door mr. B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, namens:
[aanvraagster], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992.

1.De uitspraken waarvan herziening is gevraagd

De Politierechter heeft de aanvraagster in de zaak met parketnummer 13/017723-11 ter zake van "verduistering" veroordeeld tot een taakstraf van dertig uren, subsidiair vijftien dagen hechtenis, en in de zaak met parketnummers 13/664053-11, 13/850342-11 en 13/850452-11 ter zake van "diefstal door twee of meer verenigde personen", "diefstal" en "diefstal" veroordeeld tot een taakstraf van veertig uren, subsidiair twintig dagen hechtenis.

2.De aanvragen tot herziening

2.1.
De aanvragen tot herziening zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
2.2.
De aanvragen berusten op de stelling dat sprake is van een gegeven als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder c, Sv. In de aanvragen wordt daartoe aangevoerd dat sprake is van een persoonsverwisseling.

3.De conclusie van de Advocaat-Generaal

De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvragen gegrond zal verklaren, voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van de in de aanvragen vermelde uitspraken zal bevelen en de zaken zal verwijzen naar een gerechtshof, opdat de zaken zullen worden berecht en afgedaan op de wijze als in art. 472, tweede lid, Sv is voorzien.

4.Beoordeling van de aanvragen

4.1.
Als grondslag voor een herziening kan, voor zover hier van belang, krachtens het eerste lid aanhef en onder c van art. 457 Sv slechts dienen een door bescheiden gestaafd gegeven dat bij het onderzoek op de terechtzitting aan de rechter niet bekend was en dat het ernstige vermoeden wekt dat indien dit gegeven bekend zou zijn geweest, het onderzoek van de zaak zou hebben geleid hetzij tot een vrijspraak van de gewezen verdachte, hetzij tot een ontslag van alle rechtsvervolging, hetzij tot de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, hetzij tot de toepassing van een minder zware strafbepaling.
4.2.
Hetgeen door de Advocaat-Generaal in zijn conclusie is vermeld, geeft steun aan de stelling waarop de aanvragen berusten, te weten dat in de zaken die hebben geleid tot de uitspraken waarvan herziening is gevraagd, sprake is geweest van een persoonsverwisseling.
4.3.
Een en ander levert het ernstig vermoeden op dat de Politierechters, waren deze hiermee bekend geweest, de aanvraagster van het haar tenlastegelegde zouden hebben vrijgesproken.

5.Slotsom

Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat hier sprake is van een gegeven als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder c, Sv, zodat de aanvragen gegrond zijn en als volgt moet worden beslist.

6.Beslissing

De Hoge Raad:
verklaart de aanvragen tot herziening gegrond;
beveelt voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van voormelde vonnissen van de Politierechter;
verwijst de zaken naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaken op de voet van art. 472, tweede lid, Sv opnieuw zullen worden berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 november 2015.
Mr. Balkema en mr. Ilsink zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.