ECLI:NL:HR:2015:3306

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 november 2015
Publicatiedatum
12 november 2015
Zaaknummer
14/04727
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over overtreding van een concurrentiebeding en motiveringsklachten

In deze zaak heeft PNO CONSULTANTS B.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 13 mei 2014. De zaak betreft een geschil over de overtreding van een concurrentiebeding. PNO, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.H. van Gelderen, heeft in cassatie aangevoerd dat het hof onterecht bepaalde stellingen heeft gepasseerd en dat er motiveringsklachten zijn die tot cassatie zouden moeten leiden. De verweerster, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.A.A. Duk, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het middel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van PNO dan ook verworpen.

Daarnaast heeft de Hoge Raad PNO veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op € 390,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak is gedaan op 13 november 2015 en is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

13 november 2015
Eerste Kamer
14/04727
LZ/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
PNO CONSULTANTS B.V.,
gevestigd te Hengelo,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. J.H. van Gelderen,
t e g e n
[verweerster],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. R.A.A. Duk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als PNO en [verweerster].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 389366\CV EXPL 11-7010 van de kantonrechter te Alkmaar van 1 februari 2012 en 30 mei 2012;
b. de arresten in de zaak 200.109.886/01 van het gerechtshof Amsterdam van 26 februari 2013 en 13 mei 2014.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof van 13 mei 2014 heeft PNO beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping.
De advocaat van PNO heeft bij brief van 25 september 2015 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt PNO in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 390,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
13 november 2015.