Uitspraak
gevestigd te Amsterdam,
wonende te [woonplaats],
1.Het geding
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
18 december 2015.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 december 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (Bpf Bouw) tegen een eerdere uitspraak van het gerechtshof. De zaak betreft de zorgplicht van pensioenfondsen met betrekking tot de informatievoorziening aan verzekerden, specifiek in het kader van artikel 17 van de Pensioenwet (oud). De Hoge Raad verwijst naar eerdere arresten, waaronder het arrest van 8 februari 2013, waarin de zorgplicht van pensioenfondsen werd besproken. Bpf Bouw had beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat hen in het ongelijk had gesteld. De verweerder in deze zaak heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Advocaat-Generaal heeft eveneens geadviseerd om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel behoeft geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Bpf Bouw veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 390,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.