ECLI:NL:HR:2015:398

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 februari 2015
Publicatiedatum
19 februari 2015
Zaaknummer
14/00692
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale bevoegdheid Nederlandse rechter in cassatiezaak tussen Llanos Oil en de Republiek Colombia

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 februari 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de rechtspersoon naar buitenlands recht Llanos Oil Exploration Ltd. en de Republiek Colombia, alsook de rechtspersoon Ecopetrol S.A. De zaak betreft de internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter, waarbij de Hoge Raad zich heeft gebogen over de vraag of er voldoende verbondenheid is met de rechtssfeer van Nederland, zoals bedoeld in artikel 9 sub c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas gevolgd, die strekte tot verwerping van het beroep.

De feiten van de zaak zijn als volgt: Llanos Oil heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag, dat op 15 oktober 2013 is gewezen. Dit arrest volgde op een vonnis van de rechtbank ’s-Gravenhage van 30 mei 2012. In de cassatieprocedure hebben de verweerders, de Republiek Colombia en Ecopetrol S.A., geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep, althans tot verwerping ervan. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van het Reglement op de Rechtsvordering (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van Llanos Oil verworpen en deze veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 841,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer M.V. Polak, waarbij de vice-president F.B. Bakels als voorzitter fungeerde.

Uitspraak

20 februari 2015
Eerste Kamer
nr. 14/00692
LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht LLANOS OIL EXPLORATION LTD.,
gevestigd te Douglas, Isle of Man, kantoorhoudende te Bogotá, Colombia,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. B. Winters,
t e g e n
1. de REPUBLIEK COLOMBIA,
zetelende te Bogotá, Colombia,
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht ECOPETROL S.A.,
gevestigd te Bogotá, Colombia,
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. R.S. Meijer.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Llanos Oil en Republiek Colombia c.s.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 385355/HA ZA 11-0226 van de rechtbank ’s-Gravenhage van 30 mei 2012;
b. het arrest in de zaak 200.111.757/01 van het gerechtshof Den Haag van 15 oktober 2013.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft Llanos Oil beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Republiek Colombia c.s. hebben geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring, althans verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Llanos Oil in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Republiek Colombia c.s. begroot op € 841,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders en G. de Groot, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
20 februari 2015.