ECLI:NL:HR:2015:514

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 maart 2015
Publicatiedatum
3 maart 2015
Zaaknummer
14/02212
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkverklaring in beslagzaken en cassatieprocedure

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 10 februari 2014, met nummer RK 13/1661. De klager, geboren in 1971, had een klaagschrift ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De klager werd in eerste instantie niet-ontvankelijk verklaard door de Rechtbank, wat leidde tot het cassatieberoep. De advocaat van de klager, mr. J.J.J. van Rijsbergen, heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat aan de Hoge Raad is voorgelegd.

De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en heeft de Hoge Raad verzocht om een beslissing te nemen over terug- of verwijzing. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de Rechtbank de klager ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. De gronden die in de conclusie van de Advocaat-Generaal zijn vermeld, zijn door de Hoge Raad gevolgd.

In de beslissing van de Hoge Raad, gegeven op 3 maart 2015, is de bestreden uitspraak vernietigd. De zaak is terugverwezen naar de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, zodat de zaak opnieuw kan worden behandeld en afgedaan. Deze beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de raadsheren J. de Hullu als voorzitter, Y. Buruma en V. van den Brink aanwezig waren, samen met de griffier S.P. Bakker.

Uitspraak

3 maart 2015
Strafkamer
nr. S 14/02212 B
SB
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 10 februari 2014, nummer RK 13/1661, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft mr. J.J.J. van Rijsbergen, advocaat te Breda, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot zodanige beslissing met betrekking tot terug- of verwijzen als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt dat de Rechtbank de klager ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn klaagschrift.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4 is het middel terecht voorgesteld.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, opdat de zaak opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheer J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 maart 2015.