ECLI:NL:HR:2016:545

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 april 2016
Publicatiedatum
1 april 2016
Zaaknummer
15/05760
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen beslissing hof op beklag en niet-ontvankelijkheid ingevolge art. 445 Sv

Op 1 april 2016 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/05760. Deze zaak betreft een cassatieberoep tegen een beschikking van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, die op 21 oktober 2014 is gegeven in de zaak K 13/0937. Klager, die in deze procedure als verzoeker tot cassatie optreedt, heeft beroep ingesteld tegen de beschikking van het hof. De conclusie van de Advocaat-Generaal, F.F. Langemeijer, was dat klager niet-ontvankelijk verklaard moest worden in zijn verzet. Klager heeft hierop gereageerd met een brief op 4 januari 2016.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat tegen een beschikking van een gerechtshof, gegeven op een beklag als bedoeld in artikel 12 en volgende van het Wetboek van Strafvordering (Sv), ingevolge artikel 445 Sv geen beroep in cassatie openstaat. Dit betekent dat klager niet in zijn beroep kan worden ontvangen. De Hoge Raad heeft dan ook geoordeeld dat klager niet-ontvankelijk is in zijn beroep.

De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot. De beslissing is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het bevestigt dat er geen cassatie mogelijk is tegen bepaalde beschikkingen van de gerechtshoven, wat de rechtszekerheid bevordert.

Uitspraak

1 april 2016
Eerste Kamer
15/05760
RM/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[klager],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie.
Verzoeker zal hierna ook worden aangeduid als klager.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak K 13/0937 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 oktober 2014.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft klager beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van klager in zijn verzet.
Klager heeft bij brief van 4 januari 2016 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

Tegen een beschikking van een gerechtshof, gegeven op een beklag als bedoeld in art. 12 e.v. Sv, staat ingevolge art. 445 Sv geen beroep in cassatie open. Klager is dan ook niet-ontvankelijk in zijn beroep.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
1 april 2016.