ECLI:NL:HR:2016:567

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 april 2016
Publicatiedatum
5 april 2016
Zaaknummer
15/02865
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie door de Hoge Raad

Op 5 april 2016 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 15/02865. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, die niet binnen de wettelijk gestelde termijn een schriftuur met middelen van cassatie had ingediend. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt concludeerde tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de verdachte niet in aanmerking komt voor ontvankelijkheid, omdat hij niet heeft voldaan aan de vereisten van artikel 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor kon de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep. De uitspraak werd gedaan door de vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, en werd openbaar uitgesproken.

Uitspraak

5 april 2016
Strafkamer
nr. S 15/02865
EC/AJ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 25 juni 2014, nummer 21/000265-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, Sv, zodat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 april 2016.