ECLI:NL:HR:2016:960

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 mei 2016
Publicatiedatum
25 mei 2016
Zaaknummer
14/05109
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van diefstal met geweld tegen een politieagent

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 mei 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam. De verdachte was betrokken bij een diefstal die gepaard ging met geweld en bedreiging tegen een politieagent. De zaak betreft een incident waarbij de verdachte met een auto tegen een politieauto aanreed, waarin politieagent X zich bevond. De verdediging voerde aan dat het Hof niet had vastgesteld wie de bestuurder van de auto was, en verwees naar de Nijmeegse scooterzaak om te betogen dat het bewezenverklaarde medeplegen van geweld niet correct was vastgesteld.

De Advocaat-Generaal P.C. Vegter concludeerde tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof, dat het relatief onbelangrijk was wie er achter het stuur zat, niet getuigde van een onjuiste rechtsopvatting over medeplegen. De Hoge Raad stelde vast dat de verdachten voldoende nauw en bewust met elkaar hadden samengewerkt, en dat de verdachte de aanmerkelijke kans had vergroot dat de bestuurder de politieauto zou aanrijden. De Hoge Raad verwerpt het beroep op basis van artikel 81, eerste lid, RO, zonder verdere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

24 mei 2016
Strafkamer
nr. S 14/05109
BKL
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 3 oktober 2014, nummer 23/004778-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft R.P. van der Graaf, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en Y. Buruma, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
24 mei 2016.