Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
4 juli 2017.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 juli 2017 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het cassatieberoep was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat A.W. Syrier. De zaak betreft een gewapende woningoverval op twee hoogbejaarde broers in Wijhe in 2014. De verdachte heeft middelen van cassatie voorgesteld, die zijn ingediend bij de Hoge Raad. De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard moet worden op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit is het geval omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep, of omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.
Het arrest is vastgesteld op 27 juni 2017 en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. De uitspraak is gedaan door de vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en A.L.J. van Strien, in aanwezigheid van de waarnemend griffier L. Nuy.