Uitspraak
gevestigd te Roosendaal,
gevestigd te Sprundel,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
10 februari 2017.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 februari 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Kruisvereniging Noord-Brabant en het Kruiswerk voor U, Gemeente Rucphen. De zaak betreft een geschil over de onrechtmatigheid van uitlatingen in een brief van de Kruisvereniging aan haar leden, die mogelijk onrechtmatig zouden zijn jegens de andere vereniging, het Kruiswerk. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant en een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de Kruisvereniging niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en veroordeelt de Kruisvereniging in de kosten van het geding, die aan de zijde van het Kruiswerk op nihil zijn begroot. De uitspraak benadrukt de toepassing van artikel 81 lid 1 RO, dat bepaalt dat de Hoge Raad niet verplicht is om nadere motivering te geven als de klachten niet tot cassatie leiden.